KLEIN ROOD AUTOOTJE Klein rood autootje, waar breng jij ons naar toe? Naar al die lieve kindertjes en naar de koetjes toe. En de handjes gaan van klap, klap, klap En de voetjes gaan van stap, stap, stap Klein rood autootje waar breng jij ons naar toe?
DIKKE DUIM Dikke duim, dikke duim, waar ben jij? Ja hier ben ik, ja hier ben ik Goeiendag, goeiendag, goeiendag.
Kleine pink, kleine pink, waar ben jij? Ja hier ben ik, ja hier ben ik. Goeiendag, goeiendag, goeiendag.
Hele hand, hele hand, waar ben jij? Ja hier ben ik, ja hier ben ik Goeiendag, goeiendag, goeiendag ( nog 2x)
GA JE MEE NAAR DE BOERDERIJ? Ga je mee naar de boerderij? Ga je mee naar de boerderij? Wat zie je daar? Wat zie je daar? Een heel lief schaap! (koe, paard, kip enz.) (geluid van het schaap)
EEN KOETJE EN EEN KALFJE Een koetje en een kalfje die liepen in de wei Toen kwam er heel dik varkentje voorbij, Dat zei, dat zei: Geef dat kalfje maar aan mij Nee, zei de koe, boe, boe, boe Nee, zei de koe, boe boe, boe.
PAK JE NEUS Pak je neus en pak je oren, trek een keertje aan je haar Knip eens even met je vingers als een echte kappersschaar Lekker vliegen met je armen, dan één handje voor je oog En als alles goed gelukt is, steek je duim dan maar omhoog.
DE WIELEN VAN DE BUS De wielen van de bus gaan rond en rond, rond en rond, rond en rond De wielen van de bus die gaan rond Als de bus gaat rijden. (motor, deuren, lampen, de mensen enz.)
MET DE HANDJES Met de handjes, klap, klap, klap Met de voetjes, stap, stap, stap Hoog de handjes allebei En nu netjes in je zij.
MIJN ………ZIJN VERDWENEN. Mijn oogjes zijn verdwenen Ik heb geen oogjes meer Waar zijn ze nou gebleven? Ja, daar zijn ze weer. (neus, oren, mond enz.)
KINDJE KUN JE........... Kindje kun je met je tenen bij de neus Tenen bij je neus? (2x) Kindje kun je met je tenen bij de neus, Tenen bij je neus? (knieën bij je neus, oren bij je neus enz.)
JONGENS , MEISJES Jongens, meisjes aan de kant; Want daar komt een olifant. Dikke poten, grote oren en een lange slurf van voren. Jongens, meisjes aan de kant; Want daar komt een olifant.
dan zacht:
Jongens, meisjes aan de kant; Want daar komt een baby olifant. Dunne pootjes, kleine oortjes en een mini slurf van voren. Jongens, meisjes aan de kant; Want daar komt een baby olifant
HOOFD, SCHOUDERS…. Hoofd, schouders, ellebogen, been En helemaal beneden zit je grote dikke teen!
VISJE IN HET WATER. Visje, visje in het water Visje, visje in de kom Visje, visje kan niet praten Visje, visje draai je om.
|
OP JE TENEN Even op je tenen staan Dan de knietjes buigen gaan Met de voetjes, rom-bom-bom En nu draaien wij ons om.
Maar als wij zo blijven staan Kijk je tegen mijn rugje aan Kijk daar zijn wij weer piep, piep En nu buigen wij heel diep.
ZE KUNNEN ZEGGEN… Ze kunnen zeggen wat ze willen, maar een olifant Die heeft de dikste billen van het hele land. En de giraf de allerlangste nek, nek, nek En een nijlpaard heeft de allergrootste bek, bek, bek.
KUN JE MET HANDJES ZWAAIEN? Kun je met je handjes zwaaien, zwaai, zwaai, zwaai Kun je met je koppie draaien, draai, draai, draai Kun je, kun je, ja of nee? Doe je, doe je, doe je mee?
Kun je met je voetjes stappen, stap, stap, stap Kun je in je handjes klappen, klap, klap, klap Kun je, kun je, ja of nee? Doe je, doe je, doe je mee?
VOETJE, VOETJE Voetje, voetje, voetje, wat ga je doen? Voetje, voetje, voetje, in die mooie schoen. Ik ga lopen, lopen, lopen, lopen op mijn voeten Stampen, stampen, stampen, stampen met mijn voeten Springen, springen, springen, springen op mijn voeten En dan…….RENNEN!
CLOWNTJE PIET Clowntje Piet heeft verdriet Daarom doet hij zijn kunstjes niet Zijn ballon die is stuk Tjonge, tjonge, tjonge wat een ongeluk.
(Doen alsof we een nieuwe ballon pakken.)
Boem retteketet, boem retteketet Clowntje kan weer lachen Boem retteketet, boem retteketet Clowntje heeft weer pret.
MET JE VINGERTJES. Met je vingertjes Met je vingertjes Met je platte, platte handjes. Met je vuistjes, met je vuistjes En de ellebogen…hoera!
HOOFD, SCHOUDERS….. Hoofd, schouders, knie en teen, knie en teen Hoofd, schouders, knie en teen, knie en teen Oren, ogen, puntje van de neus, Hoofd, schouders, knie en teen, knie en teen. (nog een keer: knie en teen snel)
ROZEMARIJNTJE Rozemarijntje zat achter het gordijntje En wat deed ze daar? Ze kamde haar haar, ze waste haar handjes, Ze poetste haar tandjes. En wat deed ze nog meer? Ik weet ’t niet meer. Dag Rozemarijntje, ga maar gauw weer achter je gordijntje.
OLIFANTJE IN HET BOS Olifantje in het bos, Laat je mama’s staart niet los Anders raak je de weg nog kwijt En dan krijg je later spijt Olifantje in het bos Laat je mama’s staart niet los.
EEN BRILLETJE Ik heb een brilletje om door te kijken Welk kindje mij zou lijken Als ik jou dan heb gevonden Zeg ik: kindje dans met mij.
PAPA’S MAMA’S Papa’s, mama’s zijn er al Ze staan te wachten in de hal Als wij zo naar huis toe gaan Trekken wij onze jassen aan Spelen doen we dan niet meer Maar wij zeggen: tot de volgende keer! Tot………….!
|